WARMTEPOMPEN IN DE EUROPESE UNIE 2022 - stand van zaken
Samenvatting
In 2020 waren er wereldwijd 180 miljoen warmtepompen operationeel. Dat aantal moet stijgen tot 600 miljoen tegen 2030 om de doelstelling van netto nuluitstoot tegen 2050 te halen. De EU is een erkend technologieleider op het gebied van warmtepompen, met name voor grondwarmtepompen en grotere warmtepompen voor de commerciële en stadsverwarmings- en koelingssegmenten. Eind 2021 waren er ongeveer 16,8 miljoen warmtepompen voor verwarming en warm water geïnstalleerd. Er zijn een aantal belemmeringen die het groeitempo kunnen vertragen, waaronder een tekort aan geschoolde installateurs en macro-economische factoren. Voorspelbaarheid van de markt op lange termijn op basis van een stabiel beleidskader zal de sleutel zijn om deze trend vast te houden. En de EU-leveranciers moeten hun productie opvoeren om hun marktaandeel ten opzichte van derde landen te behouden.
Open volledig artikel
WARMTEPOMPEN IN DE EUROPESE UNIE 2022 - stand van zaken
Dit verslag is een resultaat van de waarnemingspost voor schone-energietechnologie, die wordt uitgevoerd door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europese Commissie namens haar DG Onderzoek en Innovatie, in coördinatie met DG Energie. Het toepassingsgebied is warmtepompen voor toepassingen in gebouwen, waaronder grote gebouwen en stadsverwarmingsnetwerken.
In de gebouwencontext worden warmtepompen gebruikt voor verwarming, warm water en in sommige gevallen ook voor koeling. De meest gebruikelijke types maken gebruik van elektriciteit en de koelcyclus om warmte te concentreren en te verplaatsen. Warmtepompen zijn veel energie-efficiënter dan boilers; maken een groter gebruik van hernieuwbare energiebronnen, omgevingsenergie en afvalwarmte mogelijk; en kunnen de flexibiliteit van het gehele energiesysteem vergroten.
Wat betreft de warmtepompen die voornamelijk voor verwarming worden gebruikt, waren er in 2020 wereldwijd 180 miljoen eenheden operationeel. Dat aantal moet stijgen tot 600 miljoen tegen 2030 om de doelstelling van netto nuluitstoot tegen 2050 te halen.
In Europa waren er eind 2021 ongeveer 16,8 miljoen warmtepompen voor verwarming en warm water geïnstalleerd. De verkoop keerde terug van het pandemische jaar 2020 om in 2021 met ongeveer 34% te groeien tot 2,18 miljoen.
REPowerEU voorziet een verdubbeling van het jaarlijkse invoeringstempo, om in de komende vijf jaar hydronische warmtepompsystemen (die hoogstwaarschijnlijk gasketels zullen vervangen) in nog eens 10 miljoen gebouwen te installeren, en 30 miljoen tegen 2030. Indien deze doelstelling wordt gehandhaafd, zou de gemiddelde jaarlijkse verkoopgroei in Europa tussen 2019 en 2021 van alle soorten warmtepompen voor verwarming (20% per jaar) dat doel bereiken. Er zijn echter een aantal belemmeringen die het groeitempo kunnen vertragen, met name een tekort aan geschoolde installateurs en macro-economische factoren.
Een dergelijke snelle invoering tot 2030, en zelfs nog meer tot 2050, vereist een grotere EU-productie van warmtepompen en ook van bepaalde onderdelen. Er zijn reeds aanzienlijke investeringen in nieuwe en uitgebreide fabrieken en in het ombouwen van bestaande productielijnen gepland, voor een totaalbedrag van ten minste 3,3 miljard euro tot 2025. De voorspelbaarheid van de markt op lange termijn, gebaseerd op een stabiel beleidskader, zal van essentieel belang zijn om deze trend te handhaven.
Vanuit het oogpunt van de gebruiker is de initiële investering voor de aanschaf van een warmtepomp een belangrijke hindernis. De levensduurkosten van een verwarmingstechnologie worden echter gedomineerd door de exploitatiekosten, die mettertijd zijn gedaald en naar verwachting zullen blijven dalen naarmate de markt groeit en de technologieën zich verder ontwikkelen. Bovendien kunnen eigenaren van warmtepompen profiteren van een premie op de waarde van hun onroerend goed.
De algemene trend voor overheidsinvesteringen in O&O&I in warmtepompen neemt toe. Hoewel de bedragen gering zijn in vergelijking met sommige andere energietechnologieën, besteedt de EU een aanzienlijk bedrag aan openbaar onderzoek naar warmtepompen in vergelijking met sommige andere landen in de wereld.
De EU is een erkend technologisch leider op het gebied van warmtepompen, met name wat betreft grondwarmtepompen en grotere warmtepompen voor de commerciële sector en stadsverwarming en -koeling. Dit blijkt ook uit particuliere investeringen, octrooitrends en wetenschappelijke publicaties.
Ook de trends inzake omzet en werkgelegenheid zijn positief, met 318 800 directe en indirecte banen in 2020. De warmtepompsector in de EU is goed gevestigd en zeer innovatief. De sector is goed gepositioneerd om te profiteren van de toenemende toepassing en van markttendensen zoals de vermindering van de milieueffecten door regelgeving inzake ecologisch ontwerp en F-gassen (het aanbod van fluorkoolwaterstofkoelmiddelen wordt gedomineerd door China).
In 2020 is de handelsbalans van de EU voor het eerst omgeslagen van een overschot in een tekort, voornamelijk als gevolg van de groei van de invoer, met name uit China. In 2021 was het tekort opgelopen tot 390 miljoen euro, terwijl vijf jaar eerder nog een overschot van 202 miljoen euro werd geboekt. De EU-leveranciers moeten hun productie opvoeren om hun marktaandeel ten opzichte van derde landen te behouden, in een context van een toegenomen binnenlandse vraag.
Ten slotte hebben warmtepompen weinig specifieke materiaalkwetsbaarheden. Zij zijn echter kwetsbaar voor bredere trends zoals de volatiliteit van de metaalprijzen en het aanbod van halfgeleiders.
Het volledige verslag kan hier worden geraadpleegd: setis.ec.europa.eu/heat-pumps-european-union_en