Naar een emissievrije mobiliteit in het Europese vervoer

Naar een emissievrije mobiliteit in het Europese vervoer

Dertien bedrijven en brancheorganisaties uit de Europese industrie hebben hun krachten gebundeld en de belangrijkste taken voor het komende EU-mobiliteitspakket met lage emissies vastgesteld. Dertien bedrijven, die de industrie voor emissiearme mobiliteit vertegenwoordigen, zien het tweede deel van het voor november aangekondigde mobiliteitspakket "Europa in beweging" als een unieke kans voor de Europese Unie om opnieuw het voortouw te nemen bij het koolstofarm maken van voertuigen. Door een ambitieuze CO2-verordening voor auto's en bestelwagens voor de periode na 2020 voor te stellen, zou de EU banen, groei en innovatie in de hele economie stimuleren.

De EU heeft overeenstemming bereikt over een langetermijnvisie die tot emissiereducties moet leiden en heeft de Overeenkomst van Parijs ondertekend, op grond waarvan de ondertekenende landen de wereldwijde temperatuurstijging moeten beperken door de totale uitstoot tegen 2050 met 80 tot 95 % te verlagen. Om dit te bereiken, moeten alle lichte bedrijfsvoertuigen tegen 2050 emissievrij zijn. Aangezien voertuigen gemiddeld 15 jaar op de markt blijven, moet 100% van de verkoop tegen 2035 emissievrij zijn. Op basis hiervan hebben de regeringen van Frankrijk, het VK, Nederland, Noorwegen en Oostenrijk publiekelijk aangekondigd de verbrandingsmotoren ruim vóór 2050 te zullen uitfaseren.

Om dit te verwezenlijken en de verkoop van nulemissievoertuigen te versnellen, moet de EU in het novemberpakket een tweeledig beleid vaststellen: Ten eerste moet de EU, om de uitrol van nulemissievoertuigen te versnellen, een verplichte verkoopdoelstelling vaststellen voor 2025 en 2030. De vervoersector is goed voor 33% van het eindverbruik van energie in de EU. De sector blijft worstelen om de CO2-emissies (de emissies waren in 2014 300 megaton hoger dan in 1990) en de olieafhankelijkheid (de EU importeert 87% van de ruwe olie en het wegvervoer verbruikt 47% van het totaal) te verminderen en de energie-efficiëntie te verbeteren. Vervoer dat op verbranding is gebaseerd, heeft ook een negatieve invloed op de luchtkwaliteit in de steden: 5,4% van de sterfgevallen in Europa is te wijten aan luchtverontreiniging. Voertuigen met nulemissie dragen bij tot het verschaffen van het schone, energie-efficiënte en betaalbare vervoer dat nodig is om de emissies terug te dringen. Ten tweede moet de EU ambitieuze CO2-doelstellingen vaststellen voor 2025 en 2030 voor auto's, bestelwagens, en in 2018 ook voor vrachtwagens en bussen. CO2-doelstellingen voor auto's en bestelwagens zijn de belangrijkste stimulans gebleken voor autofabrikanten om schonere auto's te produceren. Zij vormen de basis voor technologieneutrale emissiereducties in de wegvervoersector. De CO2-emissiedoelstellingen voor wegvoertuigen moeten zo worden vastgesteld dat tegen 2030 een jaarlijkse emissiereductie van 9% wordt bereikt, het niveau dat nodig is om de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs te halen Voertuigen met nuluitstoot zijn nu een rijpe technologie, klaar om opgeschaald te worden naar de massamarkt. Dit wordt bevestigd door de recente aankondigingen van veel autofabrikanten dat zij van plan zijn hun aanbod van nulemissievoertuigen, d.w.z. batterij-elektrische voertuigen en brandstofcelvoertuigen, uit te breiden. De huidige actieradius van nulemissieauto's ligt tussen 200 en 450 km, en de totale gebruikskosten zullen naar verwachting tegen het begin van de jaren 2020 dalen tot onder het equivalent van een verbrandingsmotor. Een belangrijke voorwaarde voor een massale marktintroductie is een krachtig oplaadnetwerk en ondersteunende infrastructuur voor het tanken van waterstof langs en buiten het TEN-V-kernnetwerk. De aanleg van een voldoende dicht netwerk van normale en snelle oplaadpunten voor het parkeren en opladen van voertuigen stimuleert ook de ontwikkeling van gedeelde, efficiëntere en onderling verbonden mobiliteit, wat op zijn beurt de elektrificatie van voertuigen bevordert.

Door een doelstelling vast te stellen voor emissievrije voertuigen, in combinatie met zeer ambitieuze CO2-normen voor 2025 en 2030 die de elektrificatie van voertuigen stimuleren, zou de EU een groeiende binnenlandse emissievrije mobiliteitsindustrie met een hoog innovatiepotentieel ondersteunen, waardoor de EU weer tot de leiders op dit gebied zou gaan behoren. Volgens recente studies zou de bevordering van de overschakeling op elektrische voertuigen leiden tot een stijging van het bbp van de EU met 1% en tot 2 miljoen extra banen in de bredere economie tegen 2050 (850 000 tegen 2030) als gevolg van een grotere waardeketen voor de toeleveranciers van de automobielindustrie en een grotere vraag naar energievoorziening. Om ervoor te zorgen dat Europa het voortouw neemt bij de invoering van elektrische voertuigen, is het van cruciaal belang dat de innovatie-inspanningen worden gericht op de volgende generatie accu's en brandstofcellen, gekoppeld aan beleid dat de prestaties daarvan en de ontwikkeling van in de EU gebaseerde technologische knowhow stimuleert (bv. energiedichtheid, beter gebruik van grondstoffen en chemische stoffen, lagere koolstofvoetafdruk, veiligheid, recycling, tanken/oplaadsnelheid).

Zonder de totstandbrenging van een voldoende grote geïntegreerde markt voor nulemissievoertuigen in Europa zullen de groei en de toegevoegde waarde beperkt blijven tot andere regio's in de wereld. China heeft al een mandaat aangekondigd voor nul-emissievoertuigen vanaf 2019, waarbij wordt gemikt op 20% van alle verkopen tegen 20256. De EU heeft nu een uitgelezen kans om ervoor te zorgen dat zij niet achterop raakt door eveneens een quotum in te voeren - uit studies is gebleken dat een vergelijkbaar quotum van ongeveer 20% tegen 2025 passend zou zijn.

Dit is een kans voor de Europese Unie om tijdens deze overgang met veel onzekerheden moedig het voortouw te nemen door een sterk signaal te geven aan de Europese industrie en de Europese burgers. Vertegenwoordigers van de industrie voor emissievrije mobiliteit blijven zich inzetten voor samenwerking met de EU om ervoor te zorgen dat het mobiliteitspakket "Europa in beweging" zijn volledige potentieel ontplooit.