Volgens een nieuw rapport kan de elektrificatie van verschillende Europese sectoren de uitstoot met 60% verminderen

17 februari 2020
Volgens een nieuw rapport kan de elektrificatie van verschillende Europese sectoren de uitstoot met 60% verminderen

Samenvatting

Elektrificatie van de sectoren vervoer, gebouwen en industrie in Europa kan de uitstoot van broeikasgassen tussen 2020 en 2050 met 60% doen dalen. Het rapport schetst een plausibel traject van elektrificatie, rekening houdend met de huidige ambitieniveaus van het beleid in landen als het VK en Duitsland. Elektrificatie zou kunnen plaatsvinden via een mix van directe en indirecte veranderingen. In de studie wordt geraamd dat het elektriciteitssysteem tegen 2050 75% meer opwekkingscapaciteit nodig zou kunnen hebben dan zonder de extra sectorale koppeling het geval zou zijn, waarbij goedkope wind- en zonne-energiecentrales het leeuwendeel daarvan zouden uitmaken. Het elektriciteitssysteem zou ook flexibeler moeten zijn ten gevolge van de verschillende energie

om de emissies verder terug te dringen tot net-nul, moeten de regeringen een ambitieuzer beleid voeren om het traject van de sectorale koppeling te versnellen en andere technologieën op de markt te brengen, zoals koolstofafvang, -gebruik en -opslag (CCUS)

Om de klimaatvoordelen van sectorale koppeling te maximaliseren, zal het belangrijk zijn zoveel mogelijk aan de extra elektriciteitsvraag te voldoen met schone stroom. U kunt het verslag downloaden.

Open volledig artikel

Volgens een nieuw rapport kan de elektrificatie van verschillende Europese sectoren de uitstoot met 60% verminderen

Elektrificatie van de transport-, gebouwen- en industriële sectoren inEuropa kan de uitstoot van broeikasgassentussen 2020 en 2050 met60% verminderen, zo blijkt uit een nieuw rapport van onderzoeksbedrijf BloombergNEF (BNEF).

Het rapport, dat is geschreven in samenwerking met Eaton en Statkraft, "Sector Coupling in Europe: Powering Decarbonization", schetst een plausibel traject van elektrificatie, rekening houdend met de huidige ambitieniveaus van het beleid in landen als het VK en Duitsland.

Volgens BNEF kan elektrificatie, of "sectorkoppeling" zoals het in sommige landen wordt genoemd, een enorme bijdrage leveren aan de verwezenlijking van de emissiereductiedoelstellingen van regeringen door gebruik te maken van de koolstofarme overgang die al gaande is in de elektriciteitsproductiesector.

Elektrificatie zou kunnen plaatsvinden via een mix van directe en indirecte veranderingen. Directe veranderingen zijn de verspreiding van elektrische voertuigen in een zo groot mogelijk deel van de vervoerssector en de verspreiding van elektrische verwarmingssystemen zoals warmtepompen in gebouwen en bepaalde delen van de industrie; indirecte veranderingen zijn de overschakeling op "groene waterstof" - geproduceerd door elektrolyse met behulp van hernieuwbare elektriciteit - als brandstof voor de verwarming van gebouwen en zo veel mogelijk industriële processen, die anders afhankelijk zouden zijn van fossiele brandstoffen.

In het verslag wordt geraamd dat het elektriciteitssysteem tegen 2050 75% meer opwekkingscapaciteit nodig zou kunnen hebben in vergelijking met wat nodig zou zijn zonder de extra sectorale koppeling, waarbij goedkope wind- en zonne-energiecentrales het leeuwendeel daarvan voor hun rekening zouden nemen. Het elektriciteitssysteem zou ook flexibeler moeten zijn ten gevolge van de verschillende energieconsumptiepatronen van verwarming en vervoer. Tegelijk zouden de recentelijk geëlektrificeerde sectoren nieuwe bronnen van deze flexibiliteit kunnen creëren - doordat zij hun consumptiepatronen kunnen aanpassen - op voorwaarde dat het juiste beleid en de juiste technologieën beschikbaar zijn.

Een dergelijk elektrificatiepad zou het mogelijk maken dat elektriciteit (direct en indirect) tot 60% van de uiteindelijke energievraag van deze sectoren dekt, vergeleken met slechts 10% nu. Dat zou nog ver verwijderd zijn van een volledige decarbonisatie van deze sectoren. Dat is te wijten aan de diverse moeilijk te ontmantelen activiteiten binnen deze sectoren - waaronder de luchtvaart, scheepvaart, wegvervoer over lange afstand en industriële processen met hoge temperaturen, zoals cement en staal - alsook aan de lange vervangingscycli van sommige activa.

BNEF stelt dat regeringen, om de emissies verder terug te brengen tot net-nul, ambitieuzere beleidsmaatregelen moeten nemen om het sectorkoppelingstraject te versnellen, en andere technologieën op de markt moeten brengen, zoals koolstofafvang, -gebruik en -opslag (CCUS). Zij zouden ook de landbouw en het landgebruik moeten aanpakken.

Om de klimaatvoordelen van sectorale koppeling te maximaliseren, zal het belangrijk zijn zoveel mogelijk in de extra elektriciteitsvraag te voorzien met schone energie. In het in het verslag beschreven traject, waarbij ervan wordt uitgegaan dat de bovengenoemde uitdagingen worden aangegaan, dalen de totale emissies van elektriciteit, vervoer, gebouwen en industrie tussen 2020 en 2050 met 68%. Ter vergelijking: een vermindering van 60% als alleen naar vervoer, gebouwen en industrie wordt gekeken.

U kunt het volledige rapport hier downloaden.

 

Auteur: Emily Holbrook

Image credit: Pixabay

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op Milieu+Energie leider.


Gerelateerde Inhoud   #elektriciteit  #technologieën  #beleidsambitie